Oprichter van de Oranjewacht

Het zal je maar gebeuren. Vrienden om je heen worden al opgepakt en jij denkt nóg dat jou niets kan gebeuren. Want als je wordt gearresteerd, denk je met een paar dagen wel weer thuis te zijn: ‘k Heb niets gedaan dat ik in geweten niet kan verantwoorden’ zal hij later in zijn dagboek schrijven.

Maar het lot beslist anders. Piet Hoefsloot, 47 jaar. Oprichter van de Oranjewacht, meubelkoopman en vader van elf kinderen. Op 12 december 1940 wordt hij in Arnhem gearresteerd en gevangengezet in het Oranjehotel in Scheveningen en in Kamp Amersfoort. Na twee procesgangen wordt hij op 9 juli 1942 op Fort bij Rhijnauwen gefusilleerd.

Acht kinderen vertellen

Ik ben programmamaker en ik besluit in 2018 ons familieverhaal vast te leggen. Piet, Pé voor intimi, is mijn grootvader. Van de elf kinderen leefden er toen nog acht. Zijn nazaten, mijn ooms en tantes. Op hoge leeftijd en nog altijd helder van geest. Met boeiende verhalen rond hun afwezige vader in oorlogstijd. Mooie getuigenissen. De grootste verrassing moest nog komen. Het omvangrijke archief, vol pareltjes. Hun vaders authentieke correspondentie. De erfenis van Pé. Zorgvuldig bewaard gebleven. Een wonder dat ze de Slag om Arnhem en de evacuatie naar Baarn hebben overleefd.

Zijn stem gevangen op papier

Met potlood beschreven dunne velletjes wc-papier. Zijn dagboek, bijgehouden in het Oranjehotel in Scheveningen. Bestemd voor zijn vrouw en kinderen. Twee keer per maand in een volle wasmand de gevangenis uit gesmokkeld. Unieke foto’s van een bijzonder bezoek van het hele gezin aan hun vader. Bij hoge uitzondering toegestaan door Hans Joch, de Duitse gevangenisdirecteur en lid van de SS. De kinderen hebben het er nog over: ‘Kinderen, denk d’r aan. Er zijn ook goede Duitsers.’ Zijn afscheidsbrief, geschreven op 9 juli 1942, twee uur voor zijn dood. De brief bereikt diezelfde avond zijn familie, zij weten dan nog van niets: ‘…Ik sterf in de volle overtuiging dat ik niet voor niets heb geleefd…Vanuit de eeuwigheid zal ik steeds bij jou, mijn vrouwke, zijn; bij onze kinderen en bij al onze vrienden… Een schoone toekomst blijft voor ons gezin, ons volk en ons land weggelegd. Een kus en een omhelzing. Tot weerziens in een blij verschiet. Jullie vader, zoon en vriend. P.F.A Hoefsloot.’

De erfenis van Pé

Het raakt mij. Zeker in deze onrustige tijd. Mijn grootvaders heilige geloof in God. Zijn houvast en troost in onzekere tijden. De wc-papiertjes en zijn afscheidsbrief. Zijn handschrift. De vele foto’s. Het respect van zijn kinderen en hun sterke onderlinge band. Maar ook hun humor en relativeringsvermogen. (Van de acht kinderen die ik mocht interviewen zijn de twee oudste zoon Piet en dochter Doris inmiddels overleden.)

Pé. Een boek over Piet Hoefsloot. Van hem en over hem. Van zijn kinderen en over zijn kinderen. Hun tijdsdocument, over die eerste oorlogsjaren 1940-1942.

Deze kalender zit om het mapje waarin Piet in zijn cel in het Oranjehotel post en door hem zelfgemaakte tekeningen e.d. bewaart.  De omcirkelde data zijn de verjaardagen van zijn kinderen. En een schuin streepje markeren de dagen dat hij er al gevangen zit.

7 februari 1942

Piet op de buitenplaats van het Oranjehotel* samen met Hans Joch, de gevangenisdirecteur en lid van de S.S. Bij hoge uitzondering staat hij het hele gezin Hoefsloot toe hun vader te bezoeken in Scheveningen. De kinderen hebben het er nog over: ‘Denk er om, er zijn ook goede Duitsers.’ Het wordt ze die dag keer na keer voorgehouden.

* In de cellenbarak van de Scheveningse gevangenis komt in november 1940 een Duitse politiegevangenis voor arrestanten van de Duitse politie. De Sicherheitspolizei und Sicherheitsdienst. De gevangenis krijgt al gauw de bijnaam ‘Oranjehotel’. Tussen 1940 en 1945 zitten hier ruim 25.000 mensen opgesloten voor verhoor en berechting.

V.l.n.r. Juul (2), Paula (4), Jan (6), Frans (8), Thea (11), Annemarie (12), Han (14), Riet (16), Con (17), Miep (18), Piet (19).  

April 1941 Pasen

Het rijtje van elf op de stoep voor het woonhuis aan de Eusebiusbuitensingel. Oudste zoon Piet is net terug van vier maanden gevangenschap in het Oranjehotel Scheveningen. De foto is gemaakt voor vader Piet, die er nog altijd gevangen zit.

Ieder kind heeft zijn eigen herinnering. Waar of niet waar? Feit of fictie? Fantasie of werkelijkheid? Acht van de elf kinderen vertellen over die eerste oorlogsjaren waarin hun vader Piet Hoefsloot wordt gearresteerd, gevangengezet en doodgeschoten.

Piet, Doris/Miep, Con, Anne Marie, Frans, Jan, Paula en Juul over die eerste maanden in 1940 die nog zo onschuldig lijken. Niemand heeft nog enig idee van hoe de Duitsers te werk zullen gaan.

13 april 1942 – Tekening van Piet (49), gemaakt door John Dons in Kamp Amersfoort.

Een straf- en doorgangskamp van de S.D. Bij aankomst moeten alle gevangenen hun kleding en persoonlijke dingen afstaan in de Häftlingsbekleudingskammer. Eenmaal kaalgeschoren, krijgen ze een kampnummer en kampkleding: een oud versleten uniform en houten klompen. Kampcommandant Joseph Kotalla, beter bekend als ‘De Beul van Amersfoort’, voert in die dagen een mensonterend regime van honger, mishandeling, dwangarbeid en executies.

9 juli 1942

Op woensdag 8 juli wordt Piet overgebracht naar de gevangenis in Utrecht. Hij wordt ‘s nachts gewekt met de mededeling dat hij diezelfde morgen nog om 06.00 uur zal worden doodgeschoten. Hij wordt bijgestaan door een aalmoezenier, die hem de Pauselijke zegen geeft. Daarna krijgt hij pen en papier en de gelegenheid om schriftelijk afscheid te nemen van zijn familie en dierbaren. Zijn laatste woorden. Daarna worden de negen Oranjewachters met een vrachtwagen naar Fort bij Rhijnauwen getransporteerd en om klokslag 06.00 uur door een peloton doodgeschoten. Op hun aller verzoek ongeblinddoekt.

Deze brief, zijn laatste brief komt diezelfde avond nog bij zijn gezin in Arnhem. Zij weten dan nog van niets.